www.elketxt.nl

maandag 26 juli 2010

Hoe overleef ik een hostel?


Hartstikke leuk, werken als freelancer. Nog leuker, verhuizen naar Londen! Allemaal fantastisch, al is er één probleempje: geld. Het gebrek hieraan wel te verstaan. Dat betekent bezuinigen tijdens de eerste stap van het grote avontuur. Slechts gewapend met één koffer zit ik in de Eurostar trein. Al een uur worden flitsen door het raam op mijn netvlies geprojecteerd, maar verder komen ze niet. Van binnen ben ik met hele andere dingen bezig. Ten eerste goed blijven ademhalen. Het is volkomen normaal dat je straks door zo’n vreselijk lange tunnel rijdt, onder de zee door. Het is juni, dus de kans dat de trein weer vast komt te zitten door sneeuw is vrij klein. Middenin de tunnel. Onder water. Geen gaatjes in de tunnel, geen plassen water onder het spoor. Geen tegenliggers. Genoeg zuurstof. Adem in, adem uit.
Eindelijk zie ik weer licht aan het eind van de oneindig lange tunnel. Voor mij het starsein om te beginnen aan probleem nummer twee: het hostel. Klaarwakker maar toch last van kampeernachtmerries. Ik heb vier keer in mijn leven gekampeerd, waarvan geen enkele keer vrijwillig. Toen ik in de vierde klas van de middelbare school bleef zitten was dat jammer maar geen ramp. De paniekaanval begon pas toen ik besefte dat het jaar overdoen betekende dat ik ook wéér op zeilkamp moest. Slapen in een zeilbootje gevuld met een laag regenwater. Omdat het regent vanuit het bootje koken op een gasstelletje dat op de steiger staat, bootje beweegt door een golf, avondeten valt in het water. Zeilinstructeur roept tijdens het zonnen plotseling ‘overstag’ waarop wij, vier domme dozen, de man wazig aankijken en langzaam maar zeker het riet in varen. Maar overgaan naar de vijfde klas was ook geen pretje: survival weekend. Hier worden onze plannen om stiekem de trein naar huis te nemen onderschept door onze Duitse kenau-lerares. Enig, verdwalen om vervolgens urenlang in de regen lopen met je survivalrugzak. ‘Auf Regen folgt Sonnenschein’, nou mooi niet! In het donker op de camping aankomen om te horen te krijgen dat je zelf even de tent moet opzetten en het avondeten is ook je eigen ‘Verantwortlichkeit’. Om 11 uur ’s avonds. Je armen bedekt met muggen, voeten warm van de modder, gezicht gehuld in spinnenwebben. Voor de vakantie naar Salou stemde ik daarom met een vriendin voor een appartement. Helaas stemden de andere drie voor kamperen… Zo, genoeg trauma’s opgehaald, nu kan het hostel alleen maar meevallen. Positief zijn, ik heb nu vier muren en een dak boven mijn hoofd. Met een wc-rol onder je arm naar een ranzig toilet, dat dan weer wel.
Goed, een hostel. In het geweldige Londen. En een hostel gebruik je toch eigenlijk alleen om in te slapen. Ik heb één (loodzware) koffer bij me en ben blij dat ik na een eeuwigheid aan sjouwen naar en door de metro eindelijk de koffer voor de balie van het hostel kan stallen. Een koffer, een rugtas en een handtas. Dat is alles. Met dit deeltje van mijn leven moet ik het de komende zes maanden doen. Het liefst had ik mijn hele schoenencollectie meegenomen, maar dan was die ene koffer niet genoeg geweest. En een outfit die alleen uit schoenen bestaat zullen ze hier in Londen vast niet op prijs stellen. Maar gelukkig ben ik nog bij mijn tweede probleem blijven hangen, want zojuist krijg ik te horen dat er geen lift is. En waar is onze kamer? Juist, op de bovenste verdieping. In de brandende zon lopen we naar onze ingang en begint onze tocht. Het is dan één koffer, maar daar heb ik dan ook alles ingepropt wat ook maar enigszins mogelijk was. Ondanks mijn abonnement op de sportschool – aantal ook daadwerkelijk in de sportschool doorgebrachte uren laat ik in het midden – heb ik moeite om de koffer omhoog te slepen, traptree voor traptree. Zeven trappen en zeventig vloeksessies later zijn we bij de kamer aangekomen… De deur gaat open. Wil ik kijken? Als de krakende deur langzaam opengaat en de muffe lucht je tegemoet komt, besluit ik toch om een hoekje te kijken. Over vier dagen ben ik jarig, maar dit hadden ze toch echt niet hoeven doen. De bruine vloerbedekking is bezaaid met opgebrande verjaardagskaarsjes en stukken bruine, hopelijk chocolade cake. Het glas melk dat op de koelkast staat te ontbinden is half leeg en als toetje ligt er een bananenschil in mijn bed. Beslapen stapelbedden met voetbaldekbedden. Ik had me psychisch voorbereid op twee weken geen internet, geen tv, geen eigen toilet of badkamer. Aan dat lijstje wat er niet moet ik dus ook nog toevoegen: stoel, tafel, ruimte en hygiëne. Wat heb je wel? Een gezamenlijke keuken, zonder bestek, borden of keukengerei zonder etensresten. Wel aangekoekte pannen, een rood (ik besluit de vraag ‘wat is dat’ de komende twee weken niet meer te stellen) uitgeslagen vergiet, een kapotte stoel en bacteriën. Ook hebben we een eigen koelkast in de kamer en een wastafel met tegeltjes van een das, eekhoorn, konijn en hert die je altijd aan blijven staren, waar je ook staat in de kamer. Heel angstaanjagend. Ook een spiegel met een afgebroken rand, mocht je het echt niet meer zien zitten… De kastjes en koelkast staan zo opgesteld dat er lege ruimtes worden bedekt door meubels en de deurtjes van het wastafelkastje niet open kunnen. Jan des Bouvrie is hier vast niet geweest.
Hoe ga ik dit overleven? Ik zeg meteen naar een internetcafé om te zoeken naar een appartement waar we per direct in kunnen trekken. Bij het stellen van deze vraag was ik gelukkig nog onwetend. Ik wist nog niet dat op een avond op de deur geklopt zou worden, omdat we toch nog gezelschap zouden krijgen in onze kamer. Ondanks dat nadrukkelijk was beloofd dat deze drie meisjes met twee stapelbedden geen vierde kamergenoot zouden krijgen. Dat we ruzie zouden krijgen met de receptionist. Dat een eventuele brand onze dood zou worden aangezien het brandalarm zonder reden gemiddeld drie keer per dag (of nacht) afging. Geen idee van de haren in de douche, de verstopte wc. Of van de blote Spanjaarden die we regelmatig zouden tegenkomen in de douche. Het slaapgebrek door dronken medebewoners, of door het stapelbed waar als de een zich omdraait, de ander het bed uitstuitert. Toch ben ik gelukkiger dan ooit. Ik kan me geen beter leven wensen dan een leven met problemen als deze, bedenk ik me als ik in mijn eigen schone bed lig met mijn laptop op schoot, in ons ruime appartement met uitzicht op het geweldige Hammersmith in Londen. En geld over om schoenen van te kopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten