www.elketxt.nl

donderdag 9 september 2010

Ik houd mijn grote mond dicht!

Helemaal geweldig, verhuizen naar Londen. Het is hier heerlijk, we zitten gezellig in ons appartement. Genoeg ruimte, leuke gasten. Zelfs lekker weer! En ik heb eindelijk de tijd en rust om te schrijven. Kortom, ik houd het hier nog wel even vol. Toch had ik voor ik naar het buitenland vertrok één grote angst. Iets waar ik in Nederland al als de dood voor ben, maar in een ander land is dat allemaal nog een graad erger, als dat al mogelijk is. En nu dreigt mijn grootste nachtmerrie werkelijkheid te worden…
Tijdens het tandenpoetsen zag ik het ineens in de spiegel. Een minuscuul klein bruin vlekje op mijn kies. En nog een! Hyperventilatie, hitte en zweet. En het zal niet lang duren voor het bloed en de tranen komen. Moet ik echt hier in Londen naar de tandarts? Just kill me now, zouden ze hier zeggen. Wat ik nu ga vertellen is een waargebeurd verhaal.
Mijn gebit en ik, hoe zal ik onze relatie beschrijven? Bij de tandarts heb ik nog nooit iets gehad. Geen gaatje, helemaal niks. De ellende is eigenlijk begonnen toen ik tien jaar was. Mijn tanden waren al lang en breed een eigen leven aan het leiden, dus toen ik nog met poppen speelde liep ik al met een beugel. In mijn melkgebit stond een voortand een kwartslag gedraaid, dus de ‘grotemensentanden’ waren hoe dan ook al een verbetering. Al wist ik toen al dat het geen goed teken was dat ik twee vingers tussen de voortanden van mijn onder- en bovenkaak kon steken. Als enige van de klas, vier slotjes op mijn voortanden. Heel stoer natuurlijk, als eerste van de klas een beugel, populariteit steeg boven mezelf uit. Al was de lol er na twee dagen wel vanaf en wilde ik van Sinterklaas een kunstgebit, leek me ideaal. Nooit poetsen, beugels of naar de tandarts. Zodra de rest van mijn puberaal onhandelbare tanden door was, kon het hele gebit onder handen genomen worden. Een tand kwam maar niet door, maar simpelweg het tandvlees opensnijden zorgde ervoor dat de tand binnen enkele dagen naar beneden was gezakt.
Even later moest die overbeet aangepakt worden, dat betekende een activator. Daarvoor moest natuurlijk eerst een afdruk van je gebit gemaakt worden. Na een eerdere paniekaanval tijdens dit gipshappen had ik het advies gekregen met je wijsvinger je neus aan te raken zodat je je concentreert op het ademhalen door je neus. Daar zag ik het al aankomen, het ranzige malletje tot de rand gevuld met die roze zachte klei. Zo’n enorm ding dat eigenlijk niet in mijn mondje past, waardoor mijn mondhoeken uitscheuren. Dat voel ik als het gevaarte in mijn mik wordt geduwd. Als die bak vol kauwgom tegen mijn bovenkaak wordt gedrukt springen de tranen alweer in mijn ogen. Ik wil vrij kunnen bewegen en ademen en voel de zenuwen weer door mijn maag gieren. Blijkbaar vindt de assistente dat het nog niet goed zit en beweegt het blok nogmaals in mijn mond. Ik ben met mijn vinger nog maar halverwege richting mijn neus en ja hoor. Het ergste wat ik me had kunnen bedenken gebeurt. Of ze mijn huig raakte of dat ik het zelf voor elkaar heb gekregen, ik weet het niet. Maar mijn maag keerde zich om en terwijl het gips nog in mijn mond zat kwam alle ellende er letterlijk uit. Ook prettig dat je bij een orthodontist niet privé in een kamertje zit maar op zaal ligt met zes andere lotgenoten en bezorgde moeders, dus het publiek heeft ook mee kunnen genieten van een van de meest genante momenten uit mijn leven. Dat betekende trui uit, en nog een keer proberen. De ortho durfde het aan nogmaals een poging te wagen en uiteindelijk is het helaas nog gelukt een mal en de beugel te maken. Een activator is zo’n blok in je mond waarbij je onderkaak naar voren wordt getrokken. Met een kapje over mijn hoofd en speeksel dat langs mijn kin liep, heb ik me wel eens sexier gevoeld. De beugel moest natuurlijk gepast worden en het zat niet helemaal lekker, vond ik. Dat was wennen, zei de ortho. Na ’s nachts huilend wakker worden van de pijn, ging ik langs bij de orthodontist. ‘Dat is altijd in het begin,’ zei hij, zijn ogen schreeuwden aanstellerij. Ik weet het ik ben een miet met issues, maar mijn pijngrens ligt wel hoog. Godzijdank was er een vervanger tijdens mijn volgende controle. Resultaat van mijn aanstellerij: een wond zo diep dat aan de binnenkant van mijn kaak het bot door het tandvlees te zien was. Conclusie: als spoedje naar de kaakchirurg. Bedankt, ortho! Bij een volgend gesprek met de ortho was het ‘toch niet zo gelopen als verwacht’. Ik kon kiezen, een nieuwe activator anderhalf jaar, of tweeënhalf jaar een buitenboordbeugel. Ik heb de activator uiteraard in de kerstboom gehangen.
Maar een beugel was niet genoeg om de tanden in bedwang te houden. Twee kiezen in de onderkaak blokkeerden de boel, dus wat doen we dan? Gezellig kaakchirurg, daar ben ik weer! Mijn gebit zou immers mijn gebit niet zijn zonder complicaties. De kiezen waren nog niet door en de wortels zaten schuin onder de kiezen ervoor. Ach, dan snijden we toch gewoon het tandvlees open, zagen we de kies doormidden en jassen we alles eruit? Toen de spuiten erin zaten en de blauwe plastic hoes over me heen werd getrokken probeerde ik mijn ogen dicht te houden, aan leuke dingen te denken. Maar als je weet dat je je ogen dicht moet houden, iets niet moet zien, lijken ze automatisch open te gaan. Ik zag chirurg met een zaag en een buis waar enorm veel (mijn) bloed doorheen vloeide. Op de achtergrond werd gevraagd of mijn moeder het nog trok.
Na de buitenboordellende was nog slechts vier jaar slotjes nodig. Toen die op mijn tanden werden gelijmd en ik mijn mond anderhalf uur open moest houden ging vervolgens mijn mond niet meer dicht. Nooit geweten dat dit ook nog kon gebeuren en een nieuwe angst was geboren. Zonder dat ik ook maar een woord had uitgebracht de afgelopen uren, werd mij gevraagd mijn mond dicht te houden. En het lukte pas na een kwartier.
Dus nee, ik heb nooit een gaatje gehad of een brug. Maar alle bovenstaande gebeurtenissen hebben ervoor gezorgd dat ik bij het woord tandarts al zweethanden krijg. Ik bij die geur weg wil rennen. Als ik het boren hoor iemand wil slaan en in de stoel lig hard moet huilen. Als ik die rubberen vingers in mijn mond voel gaan moet ik me echt bedwingen niet keihard die vinger te bijten. Dat haakje dat altijd uitschiet en mijn tandvlees doet bloeden. Helaas ben ik dan te hyper om flauw te vallen, denk ik altijd. En mijn tandarts? Hij vindt het geweldig komisch. Na het maken van een foto van mijn gebit zei hij: ‘Oh nee Elke, helemaal vol met gaatjes!’. Nu ging mijn mond wel open, en met grote vochtige ogen kon ik alleen maar uitbrengen: ‘Ja, echt?!? Ik wist het…’ Waarna hij begon te lachen en zei dat er niets aan de hand is. Vervolgens zei hij tegen mijn moeder (met vergelijkbare angst) dat ze een gigantisch gat in haar kies had, zo bleek uit op de foto. Ze lachte, daar trapte ze natuurlijk niet in! Een beetje jammer dat zijn enorme gevoel voor humor het nu had laten afweten en ze opnieuw plaats mocht nemen in de stoel.
Als ik eerlijk ben heb ik bovenstaand stuk al enkele weken geleden geschreven. Omdat een vriendin in Londen dezelfde klacht heeft als ik ben ik een maand geleden met haar meegegaan naar de tandarts, zij voor controle, ik om aan de omgeving te wennen. De tandarts is een aardig meisje die meedeelde dat zij een gaatje heeft. Deze tandarts is er alleen op donderdag, zit bij ons aan de overkant. Dus je begrijpt dat alle afgelopen donderdagen er iets tussen is gekomen, een afspraak maken is me dus nog niet gelukt. Vandaag is het donderdag en opnieuw ik weet dat ik het vandaag opnieuw zal vergeten. In Nederland rende ik na mijn controle altijd de praktijk uit dus moest ik bellen voor een afspraak. Toen ik een keer alle moed bij elkaar had geraapt belde ik, zei de voicemail dat ze lunchpauze hadden. De dagen die volgden had het natuurlijk geen zin om te bellen omdat ze ‘waarschijnlijk toch weer aan het lunchen waren’. Er is niemand die mij beter voor de gek kan houden dan ik zelf. De enige reden dat ik die afspraak na vier weken toch heb gemaakt had maar één reden: mijn nog grotere angst om in Londen iets te krijgen. Op de achtergrond voel ik mijn kies zeuren. Tegen de tijd dat ik psychisch klaar ben om op een donderdag een afspraak te maken, ben ik waarschijnlijk al lang en breed terug in Nederland. Het regent op het moment keihard, dus de overkant is nu wel erg ver. Maar ik beloof mezelf dat ik elke dag een stapje probeer te zetten, wie weet kom ik dan op een donderdag aan in de praktijk.