www.elketxt.nl

vrijdag 9 juli 2010

Klaar voor de start van de afvalrace?

Ik heb geen weegschaal nodig. Als ik op mijn bed moet gaan liggen en diep moet inademen om mijn spijkerbroek dicht te kunnen knopen, is het weer zover. Of beter gezegd, dan is weer te laat.
Het begint altijd zo goed op 1 januari. Vol goede moed, maar vooral vol van alle kerstkransjes en oliebollen, worden de vette happen aan de kant geschoven voor appels, rijstwafels en water. En goed dat het dan altijd gaat! Januari staat elk jaar weer in het teken van gezondheid, zelfs een abonnement van de sportschool brandt in mijn tas. Fietsen, hardlopen, zumba, aan het begin van het jaar schrik ik nergens voor terug. ‘Hey Elke!’, zo word ik begroet door de sportschoolmedewerkers.
Dan wordt het februari… Een van de sportschooljongens vindt het moment dat ik op de loopband sta te zwoegen telkens een geschikt moment om een gesprek aan te knopen. Op de een of andere manier beginnen wildvreemde mensen heel vaak uit het niets tegen me te kletsen en het is geen uitzondering dat sommigen hun hele ziel en zaligheid op tafel leggen. Geen probleem. Maar als er één moment is dat ik me doodongelukkig voel en absoluut niet kan en wil praten, is het wel tijdens het sporten. Muziek is nodig om me op te peppen en enig doorzettingsvermogen te creëren. Tijdens Transylvania van McFly of You can’t steal my love van Mando Diao dwing ik mezelf zelfs om nog langer door te gaan, zelfs als het programma op de loopband al is afgelopen. Maar als iemand naast je komt staan en je ziet die mond bewegen kan ik moeilijk mijn IPod op maximaal volume laten staan. Al rennend voel je je billen schudden en mijn klotsende oksels en tomatenhoofd dat op ontploffen staat zorgen er niet voor dat ik me lekker voel en zin heb ik een theekransje. Thee en een kransje prima, maar praten even niet… Deze kletskop (niet te verwarren met het koekje) werkt op dinsdag, woensdag en in het weekend dus deze dagen heb ik vaak last van een blessure. Als troost mag ik van mezelf af en toe een bonbonnetje…
Dankzij alle zwoele zomers is negen maanden later maart de maand van de obstakels: verjaardagen. Als ik een punt kersenvlaai afsla, klinkt vanuit de hele kring ‘aaah toe nou, we nemen allemaal!’. Door het bestellen van een Spa rood ben ik ‘niet gezellig’. En voor een koekje bij de koffie ‘kan ik best een uitzondering maken’. En dat terwijl ik net in de supermarkt voorbij alle paprikachips, chocoladerepen en donuts ben gelopen, al was het af en toe met een kleine vertraging.
April is de maand van de waarheid. Ik besef me dat ik weer in mijn eigen smoesjes, excuses en lulkoek ben gaan geloven. Een zere knie, geen tijd, geen zin… De sportschool zie ik niet meer en langzaamaan heeft chocolade zich weer een rol toegeëigend in mijn leven. De rest van het jaar volgt af en toe nog een laffe poging, maar als deze dan ook nog een slechte afloop kent…
Als ik bij mijn oma op bezoek ga, krijg ik altijd een dikke punt appeltaart met slagroom. Er wordt gevraagd of ik deze wil, maar het antwoord is totaal niet van belang en voor ik het weet staat de appelpunt op tafel naar me te lachen. Taarten bakken gaat haar nog goed af, al is het in een iets trager tempo. Toen oma opstond omdat ze koffie ging halen kreeg ik een briljant idee waardoor ik de calorieënbom met slagroom niet naar binnen hoefde te werken, én oma niet tot op het bot beledigd zou zijn omdat ik haar eten weiger. Toen ze de huiskamer uitliep, opende ik het raam achter me. Ze woont vijf hoog, dus als ik de appelpunt even een zetje geef… Boos zal ze zijn als ik weiger, maar tevreden als ik het binnen een minuut weg werk. Als ik er straks langsloop bedek ik het stukje taart gewoon onder een hoopje sneeuw. Om extra calorieën te verbranden, maak ik er misschien nog een leuke sneeuwpop van. Bij het openen van het raam voelde ik een striemende koude windvlaag in mijn gezicht en van schrik liet ik het schoteltje, met taart en al uit het raam vallen. Als klapper valt het op het balkon van de benedenbuurvrouw en komt mijn oma op het moment suprême binnen lopen om te vragen of ik suiker of een zoetje in mijn koffie wil. Met het open raam en alleen nog een vorkje in mijn hand kijk ik haar aan. Leg dat maar eens uit…

Elke Lodewijks, april 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten